In België wordt jaarlijks niet minder dan 36 miljoen ton aarde afgegraven op bouwwerven, waarvan twee miljoen ton in Brussel. Het is niet handig om zo’n hoeveelheid materiaal op te slaan of te vervoeren, waardoor 60 percent ervan als afval eindigt. Sinds 2019 recupereert BC Materials, een spin-off van BC Architects & Studies, deze afgegraven ruwe aarde om ze tot nieuwe bouwmaterialen te verwerken. Het ontwerperscollectief bouwde hiertoe een kleine opslag- en productiehal op de Brusselse Thurn en Taxissite. Het uiteindelijke doel van BC is niet alleen hun gefabriceerde leemstenen verkopen, maar ook de hele traditionele bouwcultuur veranderen.
In 1983 schreef Anglo-Amerikaans historicus Kenneth Frampton zijn inmiddels baanbrekend essay Critical Regionalism: Six Points for an Architecture of Resistance. Frampton waardeerde niet alleen het belang van architectuur die in de bestaande topografie van een plek is ingebed, maar ook de gevoeligheid voor lokale middelen en materialen. ‘In a climate where culture becomes a global concept, a certain form of resistance seems to develop that finds added value in the locality of a given’ [i], stelde hij. Nu de huidige ecologische transitie het architectenberoep met een middelenbesparing confronteert, wordt Framptons pleidooi voor lokale materialen, tektoniek en tactiele architectuur aantrekkelijk, zo niet noodzakelijk.
Het werk van het Brussels collectief BC Architects, Studies & Materials is in deze context opmerkelijk. Sinds 2012 verkent BC de relatie tussen architectuur, materiaalproductie en het bouwen zelf. Zowel in Muyinga (een kleine gemeenschap in Burundi) als in de Antwerpse gemeente Edegem realiseerden ze hun eerste kleine openbare gebouwen met lokaal vervaardigde materialen, met een korte toeleveringsketen qua expertise en arbeid. BC opereert via drie verschillende entiteiten: BC Studies, een vzw die in nauwe samenwerking met lokale ambachtslui specifieke analyses voor de site uitwerkt; BC Architects, dat de projecten ontwerpt en superviseert; en BC Materials, een coöperatieve vereniging opgericht in 2019 die de analyses van BC Studies uitbreidt en bouwmaterialen produceert.
Het vervuilende karakter van de bouwsector lag aan de oorsprong van BC Materials. Door grondstoffen te verzamelen op Brusselse bouwwerven, verkent BC de mogelijkheden van urban mining. “Jaarlijks wordt in België zo’n 36 miljoen ton aarde afgegraven, waarvan 2 miljoen in Brussel alleen. Veertig percent van deze aarde wordt hergebruikt voor wegenbouw en grote infrastructuurwerken, maar de grondverzetsector kan de resterende 60 percent moeilijk verwerken”, verduidelijkt Ken De Cooman. Dankzij een overeenkomst met de Brusselse grondverzetsector recupereert BC zand, leem, klei en grind om er nieuwe bouwmaterialen van te maken.
Toen BC op zoek was naar een betaalbare productiesite in Brussel, moest het zich wenden tot een leegstaand terrein in de Brusselse Kanaalzone dat voor vier jaar kon worden gehuurd. De Havenlaan 104 is een intrigerende plek die getuigt van alles wat de Brusselse Kanaalzone te bieden heeft: een zeebriesje, industriële hangars, af- en aanrijdende vrachtwagens en restruimte. Te midden van deze eclectische combinatie van natuur, industrie en materialen realiseerde BC een klein, ietwat robuust maar boeiend gebouw: een opslag- en productiesite voor materialen. De hangar is als een volledig demonteerbare structuur gebouwd en bestaat bijna volledig uit circulaire materialen. De vloer bestaat uit tweedehands betontegels die op een bed van bouwafval zijn gelegd. Het dak steunt op twee gerecupereerde containers. Voor de opslag van zand, klei, leem en grind werden tweedehands Legioblocks gebruikt. Deze betonblokken worden gewoon gestapeld zonder gebruik van cement of bevestigingsmateriaal, waardoor ze gemakkelijk demonteerbaar zijn. Vijfentwintig houten I-liggers van Steico zijn met riemen en bouten aan de containers bevestigd en ondersteunen het golfplaten dak. De productiesite van BC Materials biedt opslagruimte voor producten, bevat een droogruimte en beschikt over een polyvalente workshopruimte waar nieuwe composieten kunnen worden verkend en getest. BC Materials verkoopt drie producten: de Brickette (leemsteen), de Brusseleir (leempleister) en de Kastar (stampleem).
BC is niet de enige die met stampleem, klei of leem werkt. De Duitser Martin Rauch werkt al lange tijd met leem als bouwmethode. In 2000 realiseerde hij de Kapel van de Verzoening in Berlijn, maar BC is op dit moment wel de enige die bouwwerven in de stad op grondstoffen ontgint. Circulariteit is een belangrijk criterium geworden bij veel aanbestedingen in Brussel. Het bureau wordt dan ook regelmatig uitgenodigd om een team te vervoegen en zijn kennis en knowhow bij te dragen. De missie van BC is niet alleen bouwmaterialen op basis van aarde verkopen, maar ook de bouwcultuur binnen de toch wat conservatieve bouwsector veranderen.
Dat hun expertise ook tot atmosferische kwaliteit en tactiele architectuur kan leiden, wordt duidelijk in hun nieuwste projecten. De huidige handmatige en low-tech productietechnieken van BC zijn op dit moment nog niet efficiënt genoeg voor grootschalige projecten. De architecten zijn intussen in gesprek met grote cementblokproducenten om samenwerkingsstrategieën rond productie uit gerecupereerde grondstoffen te bespreken en uit te werken. Naast huidige trends als bioklimatisch bouwen (bouwen met een lage of geen koolstofuitstoot) en circulair bouwen (bouwen met gerecycleerde materialen), introduceert BC ‘biogebaseerd bouwen’ waarbij de nadruk wordt gelegd op bouwen met natuurlijke materialen. Zo vertalen ze Framptons kritisch regionalisme naar een hedendaagse agenda, waarin de circulariteit van materialen met materiaalinnovatie wordt gecombineerd.
[i] Kenneth Frampton, ‘Critical Regionalism: Six Points for an Architecture of Resistance’, in The Anti-Aesthetic: Essays on Postmodern Culture, ed. H. Foster (Washington: Bay Press, 1983), 16–30.