In de levendige buurt op de grens van Sint-Gillis en Vorst realiseerde B-architecten het nieuwe gemeenschapscentrum Centr’al. De braakliggende zones op de hoeken van het kruispunt Albertpool, die decennia geleden ontstonden bij de aanleg van de metro, kregen een nieuwe invulling. De site stelde het ontwerpteam voor grote uitdagingen, maar toch slaagde B-architecten er samen met Util in om een beeldbepalend gebouw en een kwalitatieve stedelijke inpassing te realiseren. Het project vult een leemte in het stedelijke weefsel, creëert een nieuw herkenningspunt, en biedt nieuwe ontmoetingsplekken voor de buurt.
In 2015 wonnen B-architecten en Omgeving de wedstrijd voor de heraanleg van het Albertplein en de bouw van een nieuw gemeenschapscentrum. Het publieke plein is nog in uitvoering, maar het wordt al aangekondigd door de kleinere verblijfsplekken onder en rond het buurthuis. Wanneer we Centr’al naderen, roept het project associaties op met de naoorlogse stedelijke architectuur van Léon Stynen en Paul De Meyer. Op de smalle hoekpercelen bouwde B-architecten twee elegante, maar tegelijk monolithische volumes. Het buurthuis markeert een plek in de stad, maar het past zich toch bescheiden in het stedelijke weefsel. De kroonlijsthoogte van de herenhuizen aan weerskanten wordt gevolgd, en hoewel de ontwerpers niet naar het creëren van een spectaculair effect streven, omschrijven ze het gebouw toch als een “zacht icoon”.
De hoeken hebben een open, uitnodigend karakter. De schijnbaar eenvoudige volumes die zich als een poort naar het toekomstige publieke plein opstellen, werden gerealiseerd in nauwe samenwerking met de ingenieurs van Util. Omdat de voetafdruk van beide gebouwen door de onderliggende metro beperkt werd, ontwikkelde het ontwerpteam een constructie om de ruimte optimaal te benutten. Betonnen kernen vormen het tegenwicht tegen de overkragende verdiepingen. De ingenieuze staalstructuur met diagonale trekkers (die achter de ramen en de opake oppervlakken in de gevel zichtbaar zijn) draagt het overkragende gedeelte van het gebouw.
“De werffase van het gebouw was zeer indrukwekkend”, vertelt projectarchitect Julie Van Huynegem tijdens een bezoek aan Centr’al. “De hele staalconstructie werd als een meccano op de site geassembleerd, wat spectaculaire beelden opleverde.” De keuze van de materialen werd afgestemd op de draagcapaciteit van de constructie: vloeren en gevelbekleding moesten zo licht mogelijk zijn. “En toch voelen de keuze van de materialen, het raster in de gevel en de kleurzetting erg Brussels aan”, zegt Van Huynegem. “Het gebouw is opvallend, maar het past tegelijk perfect in zijn context.”
In het duurzaam wijkcontract Albert werd de ambitie geuit om de Albertpool, met zijn kluwen van rijwegen, fietspaden, tram-, bus en metrolijnen, meer verblijfskwaliteit te geven.Het gemeenschapscentrum huisvest een programma dat volledig uit buurtvoorzieningen bestaat: een restaurant dat jonge chefs kansen biedt, verschillende sportzalen, een auditorium en een dakterras. Tijdens ons bezoek vindt een dansworkshop voor adolescenten plaats in een van de kleinere zalen en een taekwondo-les in de grote sporthal op de bovenverdieping. De conciërge, die trots met ons mee loopt door het gebouw, is erg enthousiast over het nieuwe gemeenschapscentrum. “Mensen maken gebruik van de verschillende ruimtes en de doelgroepen zijn erg divers: er worden activiteiten georganiseerd gaande van pingpong voor oudere personen tot sport voor kinderen.”
De sportzalen bieden uitzicht op de omliggende stad en hoger in het gebouw wordt het panorama vanaf de heuvel in Vorst ronduit spectaculair. Licht valt overvloedig de zalen binnen langs de grote raampartijen en de doorschijnende gevelvlakken in kunststof (om de inkijk te beperken). Tijdens ons bezoek toont het gebouw zijn verschillende gezichten: de lage zon doet de natuursteen oplichten en toont het staalskelet door de opake oppervlakken, bij ons vertrek lichten de glaspartijen op in de schemering, en worden de activiteiten in het gebouw een deel van het stedelijke leven.