Voor wie weet hoe aangenaam het is om tussen huizenblokken in Berlijn of Barcelona rond te wandelen, zal het herinrichtingsproject van het voormalige Ecam-terrein door Agwa een verademing zijn: er ligt een toekomst voor deze stedelijke binnengebieden in Brussel! Voor anderen zal het een aangename verrassing zijn, want deze nieuwe publieke ruimte, ingesloten tussen de Brusselse huizen en uitgerust met genereuze, gloednieuwe publieke voorzieningen, heeft iets unieks.
Het komt zelden voor dat het binnengebied van huizenblokken in onze hoofdstad voor het publiek wordt opengesteld. Sint-Gillis is goed bedeeld met een paar verborgen binnenplaatsen en parken, maar tot nu toe was er niets met de stedelijke en genereuze uitstraling van wat hier vorm krijgt. Het zogenaamde Ecam-project – naar de ingenieursschool die er vroeger gevestigd was – biedt een welkome doorbraak in een extreem dense context. In 2012 werd dit volledig volgebouwde blok grenzend aan de Théodore Verhaegenstraat het voorwerp van een Duurzaam Wijkcontract. De gemeente zette een ambitieus programma op voor deze sterk verwaarloosde wijk, met onder meer voorzieningen voor jongeren – een crèche, verenigingen, openlucht- en binnensportzalen – en besteedde er bijna het hele Wijkcontractbudget aan.
Het terrein dat Agwa als wedstrijdwinnaar moet aanpakken, is zeer complex. De toestand van de gebouwen langs de binnenkant van het huizenblok is variabel en alles staat dicht op elkaar. Daarbij komen nog eens aanzienlijke niveauverschillen – kijk maar naar de helling van de Verhaegenstraat – die echter niet opvallen onderaan de gebouwen. Om het blok te ontsluiten, moesten de architecten eerder elementen verwijderen dan toevoegen. Het project draait rond het behoud van de hoofdgebouwen, elimineert een groot deel van de rest en brengt door middel van drie openingen in de omtrek van het blok een verbinding met de omliggende straten tot stand.
Dankzij deze ingreep ontstaan er enkele juweeltjes. De laboratoria en leslokalen van Ecam blijken flexibele structuren die zich voor toekomstige programma’s lenen. Zo is de voormalige betonnen testruimte ideaal om een sporthal in onder te brengen en worden de klaslokalen ingenomen door een crèche. De intelligentie van het project ligt in het vermogen om naar het ruimtelijk erfgoed te ‘luisteren’, maar ook in het benutten van de aaneenschakeling van de gebouwen om visuele openingen tussen functies te creëren. De architecturale stijl is discreet en komt vooral tot uiting in de doorgangen tussen de straat en het huizenblok, waar betonnen structuurelementen zijn ontworpen als leesbare entiteiten, los van de bestaande gebouwen, als een soort handelsmerk van Agwa.
Deze architectuur is van een aangename eenvoud, brengt rust in het chaotische huizenblok en maakt het tot een echt voorbeeld. Elk gerenoveerd gebouw biedt kaders die dit ‘reeds aanwezige’ decor mooier en bijzonder maken: de achterkant van het blok en het patchwork van Brusselse daken. De echte verrassing is de genereuze aanleg van het binnengebied, die de verschillende functies samenbrengt en voor momenten van rust en spel zorgt. De vele verhardingen zouden kunnen verontrusten, maar zijn te wijten aan de brandnormen die een berijdbaarheid tot aan de gevels vereisen. Dit willen we echter snel door de vingers zien, omdat we zo blij zijn dat honderden gebruikers hier zullen vinden wat de stad vaker zou moeten aanbieden: diensten voor iedereen, omkeerbare en kwalitatieve ruimten, unieke stadsgezichten … en een adempauze in de coulissen van het stadsleven.