“Ondanks de bescheiden oppervlakte getuigt dit project van een meesterlijk gebruik van architectuur die niet alleen voldoet aan functionele en structurele eisen, maar ook een belangrijke conceptuele dimensie toevoegt: de brug kan worden gezien als een luchtspiegeling in de publieke ruimte, de illusie van een open venster op de werking van de Kamer, als een weerspiegeling van de lucht en de bedrijvigheid in de straat.” – Sofia von Ellrichshausen
De grote verdwijntruc
— Véronique Patteeuw
De samenwerking tussen OFFICE Kersten Geers David Van Severen en de ingenieurs van Bollinger+Grohmann levert met Tondo in Brussel verbluffend sterke architectuur op. Opgespannen tussen het Huis van de Parlementsleden en het Forumgebouw, diende deze loopbrug beide gebouwen te verbinden én het hoogteverschil te overbruggen. Het resultaat is een vreemd object, een Brusselse Brug der Zuchten die lijkt te zweven in de Leuvenseweg.
In 1989 omschreef de Franse architect Jean Nouvel zijn toren voor het Parijse La Defense als ‘L’esthétique d’une double disparition’. Zijn – overigens niet gerealiseerde – tour sans fins bespeelde de idee van een verdwijnende architectuur. De zwarte granieten sokkel ging over in een aanvankelijk gepolijst aluminium dan wel roestvrijstalen corpus om te eindigen in een reflecterende, getinte, gezeefdrukte en tot slot heldere glazen top. Met de toren exploreerde Nouvel zijn fascinatie voor realiteit en hyperrealiteit; een fascinatie die vijf jaar later tot het bijzonder sterke Fondation Cartier zou leiden. Tondo, de passerelle die OFFICE Kersten Geers David Van Severen recent realiseerde in de Leuvenseweg in Brussel, lijkt schatplichtig aan dit architectuuronderzoek, maar radicaliseert zijn propositie en verschijningsvorm.
Tondo laat zich niet eenvoudig catalogeren. De wedstrijd, die in 2016 werd gelanceerd door het atelier van de Brusselse Bouwmeester, vroeg om het ontwerp van een loopbrug tussen het historische Huis van de Parlementsleden en het Forumgebouw, een nieuw vergadercomplex van het federaal parlement aan de overkant van de straat. Voor de wedstrijd, waarvoor ingenieurs en architecten samen dienden in te schrijven, werkte OFFICE samen met Bollinger+Grohmann (B+G), waarmee het twee jaar eerder de wedstrijd voor het radio en televisiegebouw in Lausanne (RTS) had gewonnen. Dat de samenwerking tussen architecten en ingenieurs soms verbluffend sterke architectuur oplevert, hebben OMA en Ove Arup al meermaals bewezen. Ook hier leidt de samenwerking tot een sterk resultaat. Het project ontstond uit een aantal restricties. De loopbrug diende een hoogteverschil van 90 cm te overbruggen over minder dan 15 meter, moest toegankelijk zijn voor mindervaliden, en haar impact op de bestaande architectuur moest zo laag mogelijk blijven.
De nieuwe geometrieën die met de toenemende digitalisering van de architectuur her en der opduiken binnen dergelijke opdrachten, lieten OFFICE en B+G aan zich voorbijgaan. Ze grepen terug naar een klassieke, eenvoudige geometrische vorm: een perfecte cirkel, die in één beweging de drie restricties wist te vatten: de cirkel wist de hellingbaan te verlengen, slaagde erin de hellingsgraad te verlagen waardoor de brug rolstoeltoegankelijk werd, en creëerde een typologie met een eigen identiteit. “Als je moet bemiddelen tussen twee gebouwen, kan je dat enkel tangentieel doen. Je creëert een derde entiteit en zoekt de minimale raakpunten op”, licht David Van Severen toe. “Je keert de vraag dus om en creëert een ideale wereld die op zichzelf komt te staan”, vervolgt Kersten Geers. Tondo is zo’n omgeving. Opgespannen tussen het Huis van de Parlementsleden en het Forum, tussen een 19de-eeuwse classicistische gevel en een 21ste-eeuwse postmoderne poging, biedt Tondo een nieuwe infrastructuur aan de stad. Net zoals de cirkelvormige schilderijen van de hand van renaissancekunstenaars als Raphael, Botticelli en Michelangelo, waaraan Tondo haar naam ontleedt, presenteert het project zich als een ruimtelijk element, een entiteit met een eigen autonomie.
Tondo’s autonome karakter is voor een groot deel te danken aan haar structurele logica. “Het is een infrastructuurproject, waarin de architectuur voorop staat”, getuigen ingenieurs Klaas De Rycke en Brecht Van de Velde. De hoofdconstructie van de brug zit in het dak. Deze werd uitgevoerd als een met opstaande ribben verstijfde staalplaat waaraan de kamer werd opgehangen. Deze hybride structuur biedt een aantal voordelen. Ze werkt mee in het opvangen van de krachten, waardoor het aantal ribben en hun dikte konden worden verlaagd. De onderplaat en opstanden werden berekend opdat een zekere elegantie kon worden bekomen. De twee overlangse ribben nemen de krachten op van het ene oplegpunt naar het andere. De verschillende opstaande ribben werden herleid tot een minimum aan krachtlijnen zichtbaar in het dakoppervlak. Door het geheel op te hangen, behoudt de brug eveneens een visuele lichtheid. Tondo’s vloerplaat is zo dun mogelijk gehouden en werd enkel lateraal gefixeerd op de bestaande gebouwen.
Het project van OFFICE en B+G beoogde een minimale impact op het bestaande. De cirkelvormige brug is slechts op twee punten verankerd. Aan de kant van het Forumgebouw is dat op twee stalen kolommen aangezien de betonstructuur van het Forumgebouw. Aan de kant van het Parlement werd het zeer omvangrijke metselwerk voor een deel uitgehold om er twee betonnen steunen in te plaatsen. Het gevelwerk is overigens weggehaald en bewaard opdat de oorspronkelijke gevel in een verre toekomst kan worden hersteld. Het bijzondere aan de logica van de cirkel is dat ze de openingen naar de beide gebouwen verstopt, waardoor Tondo als een vreemd object lijkt te zweven in de Leuvenseweg.
Tondo is evenwel niet een zuiver structureel object. Ingenieurs tonen soms iets te graag hoe hun infrastructurele bouwwerken werden bedacht. Krachtenlijnen worden dan visueel uitgebeeld in trekkers, steunen of verdikkingen, wat de architecturale kwaliteit niet altijd ten goede komt. Tondo gaat hier resoluut tegen in. De structuur wordt niet ostentatief getoond, integendeel. De vloerplaat lijkt veel te dun om het geheel te kunnen ondersteunen. De slanke witgeschilderde stalen trekkers lijken te rank om de ruimte te kunnen dragen. De structurele logica is dermate bedacht dat ze de lichtheid en elegantie van het project mogelijk maakt, zonder zichzelf ostentatief te tonen: ze is zichtbaar afwezig. “Het is overigens niet heel logisch om een passerelle aan een bovenplaat op te hangen. Maar daar ligt voor een groot deel het bijzondere in dit project”, licht Klaas De Rycke toe. Tondo is misschien niet de optimale structuur, maar wel een structuur die de architectuur mogelijk maakt en zelfs versterkt.
Die architectuur uit zich in Tondo’s fysieke verschijningsvorm en ruimtelijkheid. Het project heeft iets vervreemdends. “Net zoals bij de Brug der Zuchten in Venetië, wil je begrijpen wat je ziet”, legt Kersten Geers uit. Tondo is geen open loopbrug of passerelle maar een gesloten volume dat zich opent naar zijn hart. Een kamer geprangd tussen twee gevels, in de ruimte die de stad op die plek nog ter beschikking stelde. Tondo laat niets van haar binnenkant ontwaren. Haar spiegelende aluminium gevel kaatst elk beeld van de stad terug naar zichzelf, en verveelvoudigt de omgeving in al haar dimensies. Gebroken en vervormd, lijken de gevels van het Forumgebouw en Parlement te verdwijnen. In haar spiegelingen, verdwijnt Tondo op haar beurt in haar omgeving.
De magie van het object wordt versterkt in het interieur. Van binnenuit biedt Tondo evenmin een zicht over de stad, de straat, de buitenwereld. Haar opengewerkte hart brengt een moment van rust of introspectie, een adempauze tussen het drukke Parlement en het nog drukkere Forum. Het interieur bestaat uit een vloerplaat van ter plaatse gestort beton op een geprefabriceerd steeldeck, opgehangen aan de dakstructuur met stalen trekkers. Die witgeschilderde stalen trekkers ritmeren de ronde ruimte op het ritme van de glasplaten, die elkaar bijna naadloos opvolgen en vanuit het hart van de cirkel daglicht binnenbrengen. Door de trekkers te plaatsen achter de silicoonvoegen tussen de glasplaten zijn ze van buitenaf nauwelijks zichtbaar, waardoor de oneindigheid van de cirkel nog krachtiger overkomt. Een tweede reeks trekkers zit verwerkt tussen de binnenafwerking en de isolatie en aluminiumplaten die materialiteit geven aan de buitenwand. Door haar typologie, opbouw en afwerking, wordt de loopbrug veel meer dan een passage. Ze voegt een eigentijds element toe aan een eclectisch straatbeeld en biedt aan menig parlementslid een heldere verblijfsruimte tussen twee erg gesloten gebouwen.
Jean Nouvels pogingen in de jaren 1980 en ’90 onderzochten de paden naar een alternatieve postmoderne architectuur: een architectuur die zich niet liet bepalen door figuratie, historiciteit of communicatie maar door lichtheid, transparantie en spiegeling. Nouvel voerde destijds een baldadig onderzoek dat zijn vroege werk nog steeds zeer bijzonder maakt. Als een autonoom stedelijk fragment weerspiegelt Tondo haar omgeving, zonder zichzelf als object te verloochenen. Tondo eist een bestaansrecht op als infrastructuur zonder die infrastructuur protserig te tonen. Tondo is infrastructuur én architectuur. In tijden waarin men steeds vaker het belang van heteronomie in de architectuur verdedigt, blijft OFFICE gestaag bouwen aan zijn onderzoek rond een autonome architectuur. Tondo is daar een intrigerende getuige van.
OFFICE Kersten Geers David Van Severen
http://officekgdvs.com/
Tondo
Brussel, België
Verbindingsbrug tussen twee gebouwen aan weerszijden van de straat
Selectieprocedure van de Brusselse Bouwmeester Maître Architecte (BMA)
De federale regering van België
14/01/21
105 m²
986 000,00 €
Bollingher+Grohmann
HP engineering


